Ga naar hoofdinhoud

Inleiding

Bij Expeditie Robinson kan er met 4 teams tegelijkertijd gestreden worden, met een groepsgrootte 5 of 6 personen. Hierbij zijn minimaal drie instructeurs nodig. De teams worden ingedeeld als kamp noord, oost, zuid en west die horen bij de kleuren geel, blauw, groen en rood. Ieder team krijgt bij de briefing een vlag en bandana’s in de kleur die hoort bij het team. Alle teams gaan de opdrachten in dezelfde volgorde af. Als een team klaar is met een opdracht mag het direct door met de volgende opdracht. Zo wordt Expeditie Robinson een race waarbij het eerste team die alle opdrachten afrond wint. De volgende opdrachten kunnen in de expeditie voorkomen:

  • Vuur maken
  • Feed-up:
  • Met water
  • Met koalahang
  • Boogschieten / blaaspijp
  • Bamboo Piramide
  • Katapult
  • Hengelen
  • Rekensom
  • Tangram
  • Davinci brug
  • Boomstamloop/ bolletje pijltje route
  • Kompaskoers.
  • Blikschieten
  • Bijlwerpen
  • Video Route (AH&SP)

Als instructeur ben jij verantwoordelijk om de expeditie te laten slagen. Zorg ervoor dat de beleving hoog is. Tips hiervoor zijn:

  • Zorg ervoor dat de omgeving netjes is, bijvoorbeeld bij de Feet Up opdracht: zorg ervoor dat er geen busjes/auto’s/trailers in de looplijn staan, zet deze even weg of verplaats de constructie waar de emmers aanhangen.
  • Probeer enthousiasme en een competitieve instelling over te brengen
  • Als je ziet dat 1 team heel ver achter loopt op de andere teams, dan is het niet erg om voor hen soms een oogje dicht te knijpen en er zo voor te zorgen dat ze sneller door kunnen naar de volgende opdracht (let wel op dat de andere groepen dit niet door hebben)
  • Heb je tussendoor tijd over? Spreek met andere instructeurs af dat er vast wat opgeruimd wordt.
  • Bij warm weer is dit een activiteit waarbij tussendoor vrijwel niet gedronken wordt. Zorg er dan voor dat je bijv. voor en na de kruispuntenroute een verplichte drinkpauze inlast.

Briefing

Materiaal:

  • Pen & papier per team
  • Teamvlag
  • Bandana’s

Wat moet je allemaal vertellen tijdens de briefing:

Dat het ze helpt om mee te schrijven tijdens de uitleg omdat het een lange activiteit is en dat hun winkansen verhoogt. Ook dat de uitleg even duurt maar als je de Expeditie wilt winnen is concentratie een vereiste.

Het doel van het spel: met je team alle opdrachten voltooien en je teamvlag als eerste omhoog te hebben gehesen.

Vervolgens leg je de spelregels uit van de diverse opdrachten. Zie hieronder.

Vuurmaken

Zodra jouw touwtje is doorgebrand, haal je de sleutel eraf en loop je naar jouw kistje die je met deze sleutel open kunt maken. (Zorg er als instructeur voor dat de kistjes op de juiste volgorde staan en dat dit voor de deelnemers duidelijk is.) In dit kistje vind je de opdrachtomschrijving van de volgende activiteit en een blad met knopen.

Uitgangssituatie:

Er staan 4 terrastafels klaar, één tafel voor elk team. Op deze tafel staan de vuurschaal, tafel met balkjes, hout, houtwol en vuurstick. Tussen de balkjes is er een touwtje gespannen met daaraan vast een sleuteltje.

Opdracht:

Zo snel mogelijk vuur maken en doormiddel van het vuur het gespannen touwtje doorbranden. Is dit gelukt dan mag het sleuteltje eraf gepakt worden en gaat dit groepje door naar de volgende opdracht. Hiervoor krijgt elk team een starterpakket. Om sneller het touwtje door te branden kun je meer hout, aanmaakblokjes en houtwol verdienen. Dit door de quizvragen juist te beantwoorden. Bij elk goed antwoord krijg je een nieuw houtje.

Organisatie:

De teams krijgen elk een tafel toegewezen. Na deze indeling verzorgt de instructeur de uitleg hoe men vuur moet maken en hoe zij meer spullen kunnen verdienen. Na het startsignaal wordt er begonnen met vuur maken. De instructeur start tevens zijn quiz voor extra houtjes. Om de zoveel tijd roept de instructeur een nieuwe vraag om waarop één iemand per team antwoord komt geven. Er wordt net zo lang gestreden tot ieder team zijn touwtje door gebrand heeft. Voor de vragen, zie de expeditie mappen op de diverse locaties.

Benodigdheden starterpakket:

  • 1x vuurstick
  • 5x aanmaakhoutjes
  • 1 bolletje houtwol
  • 1 aanmaakblokje (afbrokkelen tussen het houtwol)
  • Vuurschaal met ‘touwsituatie’

Voorwaarden:

  • Alleen de gegeven materialen mogen gebruikt worden om vuur mee te maken
  • Alleen het vuur mag het touwtje doorbranden
  • Het hout mag niet opgetild worden
  • Er mag niet aan het touwtje gezeten worden
  • Bij een goed antwoord krijg je één nieuw houtje
  • Wanneer er een regel wordt overtreden verliest je team
  • Beslissingen van de instructeur zijn bindend

Feet-up

In het kistje wat het team open heeft gemaakt zit de opdrachtomschrijving voor Feet Up. De deelnemers lezen deze door en kunnen vervolgens aan de slag met de opdracht.

Doel:

Zo snel mogelijk een constructie maken en hier met het hele team gedurende 20 seconden op kunnen blijven staan. Dit moet gebeuren zonder dat de emmer water leeg komt te staan.

Uitgangssituatie:

Het gehele team start bij zijn kistje en leest de opdracht door. Bij het kistje liggen de materialen die moeten worden gebruikt om de Feet Up opstelling te bouwen. Ook is er een stelling met hieraan 4 emmers die gemarkeerd zijn met een N (noord), O (oost), Z (zuid) of W (west). De emmer die overeenkomt met jullie team is van jullie.

Opdracht:

1. Zorg ervoor dat jullie emmer niet leeg komt te staan:

In de emmer die je ziet hangen zitten gaten. Hierdoor stroomt de emmer langzaam leeg. De emmer mag gedurende de hele opdracht niet leeg komen te staan. De emmer kun je vullen door met de maatbeker water te halen bij de ton.

Jullie krijgen een volle emmer als hoeveelheid om mee te starten. Zodra dat water in de emmer met gaten is gegoten kan het team beginnen met het bouwen van de Feet Up constructie. Je voorkomt dat de jullie emmer leeg komt te staan door met maximaal 2 personen op en neer te rennen tussen de emmer en de watertonnen. Komt de emmer alsnog nog leeg te staan, dan krijgt jouw team per keer 3 minuten straftijd. Deze tijd gaat na de Feet Up opdracht in.

2. Het bouwen van de Feet Up opstelling:

Er moet een op zichzelf staande constructie gebouwd worden, waar het hele team gedurende 20 seconden, 50 cm van de grond op moet staan.

Er zijn een aantal voorwaarden waar de teams zich aan moeten houden:

  • Alleen het gegeven materialen mag gebruikt worden.
  • De constructie moet op zichzelf staand zijn.
  • De constructie die gebouwd wordt moet veilig zijn en mag geen teamleden in gevaar brengen. De instructeur geeft aan of dit het geval is.
  • De beslissingen van de instructeur zijn bindend.

Is de opdracht voltooid? Dan mag jouw team door naar de volgende opdracht.

Tip:

  • Kijk op het knopenblaadje voor een goede knoop.
  • Zorg ervoor dat de emmer vol genoeg zit om 20 seconden niet te vullen als de constructie klaar is, dit is namelijk de tijd dat het hele team op de constructie staat

Materiaal per team:

  • 3 balken van 2 ½ meter
  • 3 balken van 1 ½ meter
  • 10 stukken bindtouw

Belangrijk voor de instructeur:

Let erop dat de emmers niet leeg komen te staan. Let erop dat de constructie die gebouwd wordt veilig is, controleer dit regelmatig.

Blikschieten

Doel:

Van de 6 blikken die in piramidevorm (3 beneden, 2 daarop, 1 boven) zijn opgestapeld zitten er in drie een gedeelte van de som voor de volgende opdracht. Het team moet alle 3 de somdelen verzamelen zodat ze door kunnen.

Uitgangssituatie:

Er staan twee biertafels naast elkaar met op elk twee blikpiramides. Ongeveer 6~7 meter hiervoor staan 4 pylonnen waar de teams achter moeten staan als ze schieten. Naast elke pylon ligt een Archery Tag boog, een bijbehorende pijl en twee maskers.

Opdracht:

Door één voor één te schieten zo snel mogelijk de drie somdelen van de biertafel afschieten. De deelnemers weten niet in welk blik een gedeelte van de som zit en in welke niet. De eerste twee in de rij doen een masker op, dit scheelt tijd bij het doordraaien. Nadat de pijl geschoten is moet je deze ophalen. De blikken die je van de tafel af hebt geschoten mag je controleren op een som. Als een blik is omgeschoten maar nog op tafel ligt mag deze niet worden meegenomen.

Nadat de deelnemer de pijl heeft gehaald loopt deze buitenom terug en geeft de pijl en boog aan de volgende in de rij. Het masker gaat naar de eerstvolgende zonder masker.

Nadat een team alle delen van de som verzameld heeft legt het zijn pijl, boog en maskers in de desbetreffende kratten.

Tip:

  • Neem je tijd voor het schot en onthoud hoe je je schot moet bijstellen

Materiaal per team:

  • 6 blikken (waarvan 3 met som)
  • 1 Archery Tag boog
  • 1 Archery Tag pijl
  • 1 pylon
  • 2 maskers

In het algemeen:

  • 2 biertafels
  • Genoeg kratten voor de pijlen, bogen en maskers

Belangrijk voor de instructeur:

  • Zorg voor voldoende ruimte tussen de blikpiramides! Een slecht schot of een afgeketste pijl kan anders een andere piramide raken.
  • Wijs ze erop dat ze de materialen na afloop in de kratten leggen! Rondslingerend materiaal gaat snel kapot
  • Bij een actieve groep kun je er evt. een estafettevorm van maken, naast het schieten moeten zij ook om een pylon heen lopen voordat ze de boog doorgeven.

Opmerking voor de instructeur:

De sommen zijn per kleur gesorteerd, blauw voor het ene team, groen voor het andere etc. Daarnaast staat er rechtsboven in een getal, bijv 1.1. Dit betekent level 1, het 1e deel van de som. Als er 3.2 staat is dit dus level 3 (moeilijker) en het tweede deel van de som.

De som

Doel:

De som oplossen

Uitgangssituatie:

De deelnemers komen net van het blikschieten met de drie delen van hun som. Hier staat een PBN instructeur met de antwoorden die zegt of ze de juiste oplossing hebben of niet.

Opdracht:

Met de somdelen van de vorige opdracht kunnen ze tot een antwoord komen. Dit antwoord kunnen ze bij de PBN instructeur controleren. Als ze het goede antwoord hebben mogen ze door.

Als ze een foute uitkomst van de som geven krijgt het team een opdracht voor ze opnieuw mogen rekenen. Voorbeelden zijn: het aantal leden van het team x10 aan push-ups, de kabouterdans (draai je weer in het rond, stamp met je voeten op de grond..), de vogeltjesdans, etc. Zolang de opdracht niet te lang duurt en het hele team eraan mee kan doen is het goed.

Voor Adventure Hill gelden de volgende antwoorden:

Team 1  Uitkomst: 1447

Team 3 Uitkomst: 4331

Team 2 Uitkomst: 2230

Team 4 Uitkomst: 3668

Hengelen

Doel:

Een hengel maken van de beschikbare materialen waarmee je de sleutel kunt pakken.

Uitgangssituatie:

Verderop liggen 4 blokjes met sleutels (met 4 teams) in een touwcirkel. 3~4 meter hiervoor staan enkele pylonnen zodat ze niet dichterbij kunnen komen. Er liggen 4 setjes klaar met de volgende materialen: 2 bamboestokken, 3 stukken sisaltouw van 1 meter, een haak.

Opdracht:

Ze mogen de blokjes opvissen van hun teamkleur. De deelnemers moeten zelf een hengel fabriceren met de materialen die ze hiervoor gekregen hebben. Met de hengel kunnen ze bij de sleutel. Als het blokje er halverwege afvalt mogen ze deze niet pakken zonder hun hengel te gebruiken! Als ze het blokje hebben kunnen ze de sleutel eraf halen en het kistje met elastiekjes openen voor de bouw van de piramides.

Tip:

  • Je kan beter geconcentreerd hengelen dan hem wild heen en weer zwaaien in de hoop dat je hem te pakken krijgt

Materiaal per team:

  • 2 bamboestokken
  • 3 stukken sisaltouw van 1 meter
  • Haak
  • Met teamkleur gemarkeerd kistje met daarin:
  • Elastieken
  • Bouwplaat bamboepiramides

Algemeen:

  • Lang touw voor cirkel
  • Blaadje met somuitkomsten
  • 4 sleutels + sleutelhanger
  • 3 pylonnen als afscheiding

Belangrijk voor de instructeur:

Laat ze hun hengel weer uit elkaar halen en netjes neerleggen na afloop. Laat ze het kistje openen bij dit onderdeel, dan kan de sleutel aan de instructeur gegeven worden zodat deze niet kwijt raken.

Piramides bouwen

Tijdens deze opdracht bouwen ze vast 10 piramides zodat ze deze bij de finale alleen nog op elkaar hoeven te stapelen.

Doel:

Met de gegeven materialen 10 piramides maken waarvan er eentje is met de vlaggenmast erin.

Uitgangssituatie:

Per team liggen er 60 bamboestokken klaar (exclusief de vlaggenstok!). In het kistje wat ze bij De Som gekregen hebben zitten elastiekjes en een blaadje met hoe het de piramides eruit moeten zien.

Opdracht:

De teams maken met de gegeven materialen 10 piramides. Per piramide gebruiken ze 6 stokken om een piramide te maken zoals op het plaatje. Op één piramide komt nog een vlaggenmast met de keur van hun team hierop. Deze wordt bovenop een piramide bevestigd zodat de mast recht omhoog staat.

Tip:

  • Vertel dat het met één elastiekje per hoek te bevestigen is
  • Ze moeten elastiekjes overhouden voor de finale!

Materiaal per team:

  • 60 bamboestokken
  • 1 bamboe vlaggen mast

Belangrijk voor de instructeur:

Let wel op de stevigheid en dat ze de elastiekjes strak genoeg eromheen doen. Dit geeft anders ongelukken als ze de piramides gaan stapelen en ze uit elkaar vallen! Tel de bossen goed na voor je ze neerlegt. Als je er halverwege achter komt dat er te weinig stokken zijn is dat erg zonde.

Route lopen

De deelnemers moeten een route lopen. Het verschilt per locatie hoe deze wordt aangeboden, vaak gaat het om een bolletje – pijltje route, waarbij de groep het bolletje is en de pijl aangeeft waar ze heen moeten.

Doel:

Ergens halverwege de route is er nog een opdracht te vinden die ze nodig hebben om de expeditie te voltooien.

Uitgangssituatie:

Er liggen 4 kruispunten routes klaar (voor elk team één). De uitleg hebben ze bij de briefing al gehad, dus ze kunnen meteen aan de slag.

Materiaal per team:

  • Een route

Belangrijk voor de instructeur:

  • Zorg dat het duidelijk is wat elk plaatje betekend
  • Geef goed aan vanaf waar de route begint

Tangram

Elk team moet 2 vormen maken van deze Japanse puzzels. Het eerste team wat binnenkomt krijg moeilijkere puzzels dan de andere teams.

Doel:

De twee gegeven vormen maken met alle 7 beschikbare tangram stukken. De stukken mogen niet over elkaar liggen en uiteraard ook niet worden vervormd.

Uitgangssituatie:

Per team ligt er een set tangram stukken klaar met twee vormen die ze moeten maken. Het 1e team wat binnenkomt stuur je naar de lastigste puzzels, het 2e team naar de iets makkelijkere puzzels etc. Zo wordt het verschil tussen de teams minder groot en krijg je een spannendere finale.

Tips:

  • Staar je niet blind op één mogelijkheid. Misschien probeer je iets wat helemaal niet gaat lukken
  • Kijk goed welke vormen je hebt en waar de grote stukken moeten liggen. Bouw daar omheen.

Materiaal per team:

  • 1 set tangram stukken
  • 2 puzzel blaadjes

Antwoorden voor de instructeurs

Belangrijk voor de instructeur:

  • Leg de blaadjes op volgorde neer zodat de binnenkomende teams aanschuiven. Het 1e team gaat naar plek 1 met de moeilijkste puzzels, het 2e team gaat naar plek 2 etc..
  • Geef gerust tips als ze vastlopen. Probeer niet meteen het antwoord te geven! Denk aan: zeggen welke stukken goed liggen, als niks goed ligt kan je de grote driehoek in de juiste positie leggen etc.

Bamboo piramide (the final)

In de finale moeten ze de vooraf gemaakte bamboepiramides opstapelen tot één grote piramide en de vlag hijsen! Het eerste team wat dit gedaan heeft is de winnaar van Expeditie Robinson.

Doel:

Van de 10 bamboepiramides één grote piramide maken met 3 lagen (6-3-1). De bovenste piramide moet natuurlijk degene met de vlaggenmast zijn. Als deze staat moet de vlag erin gehesen worden en het team wat dit als eerste heeft gedaan is de winnaar!

Uitgangssituatie:

De teams hebben (als het goed is) 10 piramides klaarstaan en de bouwplaat vanuit de vorige opdracht. Ook hebben ze (hopelijk) nog elastiekjes over.

Tips:

  • Kijk naar de verbindingspunten en zorg dat deze op de hoeken rusten van de andere piramides.
  • Denk na over de volgorde van opstapelen

Materiaal per team:

  • De 10 gemaakte piramides
  • Hetzelfde doosje elastieken die ze al hadden
  • De bouwplaat uit de kruispuntenroute

Belangrijk voor de instructeur:

  • Houd in de gaten hoe ze de piramides opstapelen. Als het losschiet kan een deelnemer zich eraan verwonden!
  • Schroom niet om te ondersteunen als een groep het niet lukt. Probeer het alleen niet in je eentje meteen op te lossen.