Ga naar hoofdinhoud

Het spannen van een kruisboog

Het spannen van een kruisboog is anders dan bij de handboog:

  • Zet je voet in de spanbeugel en trek de pees in de houder.
  • Richt altijd naar de grond of het blazoen en leg daarna de pijl in de pijlgleuf.

Veiligheid (extra te benoemen veiligheidspunten)

De boogschietbanen moeten zo uitgezet worden dat er geen voorbijgangers achter de blazoenen kunnen komen met het risico geraakt te worden door pijlen die het doel missen. Met de groep worden vijf veiligheidsregels afgesproken:

  • Iedereen die niet aan de beurt is om te schieten, staat achter de schutters.
  • Met een gespannen boog wordt nooit op anderen gericht, ook niet ‘voor de grap’.
  • De pijlen worden pas gehaald wanneer alle schutters klaar zijn. Spreek hiervoor een duidelijk commando af en zorg dat er dan geen pijlen meer geschoten kunnen worden.
  • Voordat je een pijl uit het blazoen haalt, kijk je achter je of er niemand staat.
  • Wandel rustig tijdens de gehele activiteit.

Instructeursrol tijdens de activiteit:

  • Tijdens de activiteit is de rol van de instructeur om alles gecontroleerd te begeleiden.
  • Geef een duidelijke en complete uitleg van de activiteit, de veiligheid, organisatie en de materialen.
  • De instructeur geeft een teken wanneer er geschoten mag worden en wanneer de pijlen gehaald mogen worden.
  • Houd daarbij alle deelnemers in de gaten door aan de zijkant te staan zodat je goed overzicht kunt houden.
  • Bij het spelen van spellen houd je de punten bij of laat je dit door een deelnemer doen.

Locatie specifiek:

  • Bij het schieten in de koepelzaal op het forteiland moet je duidelijk een gebied afzetten zodat er geen deelnemers in de pantsergalerij kunnen lopen.