DA VINCI BRUG
Materialen: Per team 44 latjes uit het kistje (kistje bevat genoeg voor twee teams)
Opdracht: Bouw een brug binnen 20 minuten.
Voorwaarden:
- Gebruik alléén de aangegeven latjes en deze moeten heel blijven
- De afstand wordt gemeten van staander naar staander
- De constructie moet zelfstandig blijven staan
Variaties:
- Uitvoeren zonder praten/overleg
Bouwtekeningen voor de instructeur (NIET aan de deelnemers laten zien!)
nog toevoegen: 2 afbeeldingen
MAGIC STICK
Uitgangssituatie:
Het hele team staat in twee rijen tegenover elkaar. Alle deelnemers houden hun wijsvingers op borsthoogte naar voren gericht. De “Magic Stick” ligt tussen de twee rijen op alle wijsvingers van de teamleden.
Opdracht:
Laat de stok zakken totdat alle wijsvingers op kniehoogte komen.
Voorwaarden:
De wijsvingers van de teamleden mogen de stok niet loslaten en mag alléén worden aangeraakt door de wijsvingers van de teamleden. De stick mag niet geklemd vastgehouden worden!. Bij overtreding van de regels moet het team opnieuw starten op borsthoogte.
Materialen: Magic Stick (opvouwbare stok)
Tijdsduur: 10 Minuten
Nog toevoegen: afbeelding
MAGISCH VIERKANT
Uitgangssituatie:
Een touw van 20 meter met 8 lintjes eraan, waarvan de uiteinden aan elkaar zitten ligt ‘op een hoopje’ op de grond. Aan dit touw kunnen de teamleden zich bevestigen. Alle teamleden worden geblinddoekt. De opdracht wordt pas gegeven wanneer iedereen ingebonden staat en een geblindeerde bril op heeft.
De opdracht:
Maak van het touw zo snel mogelijk een perfect vierkant. Dus alle zijden even lang en alle hoeken 90 graden.
Voorwaarden:
De teamleden mogen:
- Zich niet losmaken van het touw.
- De blinddoek niet afzetten.
- Het touw niet in lussen of dubbel leggen, dus optimaal de lengte gebruiken; in de eindsituatie moet het touw overal strak staan.
- Pas wanneer het team denkt dat de opdracht geslaagd is mogen de brillen af.
Materialen: Touw en Blindeerbrillen
Tijdsduur: 5-20 minuten
Nog toevoegen: afbeelding
TOUWSPRINGEN
Uitgangssituatie:
Op een verharde ondergrond ligt een touw van 20 meter.
De opdracht:
Twee teamleden zwaaien het touw rond. Alle andere teamleden moeten met z’n allen tegelijk zoveel mogelijk keer onafgebroken over het touw springen. (max. 8 personen)
Voorwaarden:
- Het team moet vooraf een schatting geven over het aantal keer dat ze over het touw kunnen springen (= target)
- De teams die hun target gehaald hebben, kunnen meedoen voor de winst.
- Het team met de hoogste target (EN dat daadwerkelijk behaald is) wint.
- Als er fout gesprongen wordt, is het team af.
Tijdsduur:
Uitleg 5 minuten.
Oefenen 5 minuten
Uitvoering 10 minuten.
Nog toevoegen: afbeelding
REEF KNOT
Uitgangssituatie:
Voor de groep op de grond ligt een touw dat halverwege om een boom of paal gedrapeerd is.
Opdracht:
Het team moet samen een platte knoop maken, waarbij het touw om een boom of paal zit. Je moet je daarbij houden aan de volgende voorwaarden.
Voorwaarden:
- Als het touw eenmaal is aangeraakt, moeten alle teamleden het touw direct vastpakken.
- Als je het touw vast hebt, mag je niet meer langs het touw verschuiven. Je blijft het dus de hele opdracht op dezelfde plek vasthouden.
- Als iemand het touw loslaat of zijn handen verplaatst dan begint de opdracht opnieuw, maar loopt de tijd door.
- Als er is gekozen voor de opdracht zonder te praten dan gaat dat in op het moment dat iemand het touw vastpakt.
Tijdsduur: 5 minuten Uitleg / 15 minuten Uitvoering
Nog toevoegen: 1 afbeelding
PORTOFOON TANGRAM
Uitgangssituatie:
Team in tweeën splitsen met maximaal 5 personen per groep, ieder in een eigen ruimte zodanig dat beide groepen elkaar niet kunnen zien of horen.
De opdracht:
Maak binnen de tijd zoveel mogelijk tangramfiguren aan de hand van de informatie welk het andere team geeft via de portofoon.
Voorwaarden:
- Teams mogen elkaar niet zien en alléén communiceren via de portofoon.
- De tangramstukken alleen in een plat vlak gebruiken, niet over elkaar heen en niet breken.
- ALLE stukken moeten worden gebruikt in 1 figuur.
- Wanneer 1 figuur te lang duurt mag je voor een volgende kiezen.
- Een puzzel telt pas als deze is goed gekeurd door de trainer.
- Eén team beschrijft het figuur (vanaf papier), het andere team legt de puzzel.
- Na 20 minuten uitvoering, wisselen de teams van rol. De tijd blijft doorlopen.
Materialen:
- 1 tangram set voor het ene team / 1 set puzzelvoorbeelden voor het andere team.
- 1 portofoon per groep.
Tijdsduur: 5 minuten Uitleg / 5 minuten Overleg / 40 minuten Uitvoering
PBN-DESSERT-SURVIVAL-GAME
Doel:
Binnen deze teamopdracht moeten de groepsleden d.m.v. overleg en besluitvorming overeenstemming bereiken die moet leiden tot een gezamenlijk gekozen oplossing.
De groep moet zich bewust worden van het feit, dat zij overeenstemming moeten zien te bereiken. Door elkaars persoonlijke argumenten en motivaties tegen elkaar af te wegen en hieruit een oplossing te vinden waar iedereen (geheel of gedeeltelijk) achter kan staan.
De overeenstemming moet bereikt worden door consensus en niet door stemmen/loten.
Uitgangssituatie:
- Speldoek klaarleggen, kaartjes eromheen, elke deelnemer een pen en handleiding.
Situatieschets uitleggen aan de groep:
- Jullie zijn een groep collega’s die tijdens een vlucht boven de woestijn in Mali, Afrika zijn neergestort.
- Het is 10.00 in de ochtend, midden in Juli.
- Het lichte, twee motorige vliegtuig inclusief piloot en copiloot brandde compleet uit.
- Alle overgebleven collega’s zijn ongedeerd uit het vliegtuig gekomen.
- De piloot heeft voor de crash geen noodsignaal kunnen uitzenden.
- Tekenen in de omgeving geven aan, dat vlak voor de crash het vliegtuig 65 mijl van de originele vliegroute is afgeweken.
- De piloot had vlak voor de crash bekend gemaakt, dat de dichtstbijzijnde nederzetting 70 mijl in Noordnoordoostelijke richting ligt.
- De omgeving is vlak, ruig en heel droog, alleen begroeid met plaatselijke cactussen.
- Het laatste weerbericht heeft aangegeven dat de temperatuur zal stijgen tot 40 ° Celsius. Dit betekend dat tot 30cm. Boven het aardoppervlak de temperatuur kan oplopen tot 50° Celsius.
- Jullie dragen lichtgewicht kleding, korte broek, shirt met korte mouwen, sokken en leren schoenen en ieder heeft een katoenen zakdoek bij zich.
- Als groep bezitten jullie € 5,65 aan klein geld en € 150,– in papier geld van de plaatselijke valuta, een pakje sigaretten en een balpen.
- Vlak voor het vliegtuig neergestort is, hebben jullie de 15 voorwerpen kunnen bemachtigen, die op het “scoreformulier” staan.
- Invullen van persoonlijke volgorde:
Na de uitleg moeten deelnemers eerst individueel een rangorde invullen:” Jij bent 1 van de 6 overlevenden. Daar sta je dan midden in de woestijn met de zon op je bol, geen teken van leven in de wijde omtrek en slechts de 15 voorwerpen die nog uit het vliegtuig wrak zijn bemachtigd voordat het in vlammen op ging. Maak een rangorde in de 15 voorwerpen, in volgorde van noodzakelijkheid, maken waarvan jij denkt dat de kans het grootst is om te kunnen overleven in de woestijn”. Dit moet iedereen apart doen zonder overleg met de anderen.
- Maken van een team-volgorde:
Na het invullen van een persoonlijke lijst van voorwerpen moet het team eerst een aantal criteria opstellen aan de hand waarvan de groepslijst samengesteld en gemotiveerd kan worden.
Vervolgens moet de groep als geheel een rangorde aanbrengen in de 15 voorwerpen op basis van consensus. Waarschijnlijk zal niet iedereen altijd volledig achter elke groepsbeslissing van volgorde kunnen staan, maar jullie moeten als groep proberen elke volgorde zodanig te kiezen dat iedere deelnemer er in ieder geval gedeeltelijk achter kan staan.
Hier zijn een paar grondregels:
- Vermijd het om alleen voor jouw eigen volgorde te pleiten. Bestudeer de waarde van de argumenten van de andere groepsleden en kom terug op jouw persoonlijke beslissing op basis van logische redenen.
- Voorkom dat jij van gedachten verandert en instemt met de andere groepsleden om conflicten te vermijden en de snelheid van discussie te verhogen. Ondersteun alleen deze oplossingen met welk je kunt instemmen, ook wanneer je hier slechts gedeeltelijk mee kunt instemmen.
- Vermijd allerlei technieken te gebruiken die “conflict verminderend” werken zoals: de meningen middelen, voor een meerderheid kiezen, loten etc. Natuurlijk is het niet toegestaan om een “voorzitter” aan te wijzen die beslissingen voor anderen neemt.
- Wees sceptisch ten opzichte van deelnemers die beweren kennis van zaken te hebben.
Oplossing: Juiste volgorde met motivatie
De menselijke geschiedenis wordt gekarakteriseerd door een constante dreiging op fysiek gebied en een dreiging vanuit de omgeving. Bij het verplaatsen naar een nieuwe omgeving heeft men zich steeds moeten en kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden.
Na een aantal generaties heeft de mens deze natuurlijke gave zich aan te passen aan nieuwe omstandigheden verloren. Men verliest de vaardigheid om de natuurlijke gevaren van het buitenleven te herkennen en er op effectieve manier op te reageren.
Dit is ook de problematiek bij het verdwaald zijn in de woestijn. Men heeft een gebrek aan kennis om zich aan te passen aan en om te gaan met deze nieuwe, ruige en onvriendelijke omgeving.
In een poging om te overleven in de woestijn moet in eerste instantie met twee belangrijke aspecten rekening gehouden worden:
Het is noodzakelijk om binnen 24 uur gevonden te worden. Uitdroging is een groot gevaar!
Het eerste en grootste probleem bij een noodsituatie in de woestijn is bereikbaarheid. Het is dus een noodzaak om binnen 24 uur gevonden te worden.
Om daadwerkelijk gevonden te worden is het in eerste instantie belangrijk om te laten weten waar je zit zodat anderen je weten te lokaliseren.
Men moet de aandacht proberen te trekken door afwijkend te zijn van de omgeving. Dit is mogelijk door allerlei ‘ongewone’ signalen te geven zoals licht-, geluids- en ruiksignalen die o.a. luid, sterk, scherp, irriterend moeten zijn.
Geluidssignalen kunnen zijn: fluitje, stem, vuurwapen, claxon etc. De stem is in deze reeks wel de zwakste geluidsbron.
Het universele noodsignaal is als volgt: het geluidssignaal moet 3 maal achtereen gegeven worden met 2 seconden tussen elk signaal. Dit moet elke 30 seconden herhaald worden.
Zichtbare signalen: reflectie d.m.v. spiegeltje is een zichtbaar signaal welk bij goed gebruik het meest ver reikt van alle mogelijke zichtbare signalen.
Rook van vuur (alles wat maar kan branden is van belang) is een goed optisch middel. Verder zijn allerlei middelen mogelijk om gezien te worden vanuit de omgeving door het zichtbaar (evt. in letters) uitspreiden van kleding, tent, doeken, aluminiumfolie afval etc.
Lichtsignalen zijn ’s nachts veel beter te onderscheiden dan overdag.
Reuksignalen: rooklucht van een vuur is de enige lucht die werkelijk de aandacht trekt.
Daarnaast is het van belang om in ieder geval bij elkaar te blijven én bij het wrak te blijven (dus niet gaan reizen). Vanuit de lucht of vanuit de omgeving is men dan namelijk beter te herkennen dan één enkele persoon.
Het tweede probleem is het risico van uitdrogen.
Men moet uitdroging tegen gaan door enerzijds vochtverlies te voorkomen en anderzijds door vocht tot zich te nemen.
Het risico van uitdroging ligt in het feit dat het lichaam hierdoor veel vocht gaat verliezen.
Het menselijk lichaam bestaat voor driekwart uit vocht. Dit vocht is noodzakelijk om allerlei lichaamsfuncties mogelijk te maken (spijsvertering, hart- en longfunctie, lichaamstemperatuur op peil houden, hersenfunctie etc.). Wanneer er vochtverlies optreedt, worden veel organen beïnvloed, inclusief de hersenen, en functioneren daardoor niet meer optimaal. Men is o.a. niet meer in staat om rationeel te denken wat tot gevolg kan hebben, dat er verkeerde beslissingen genomen worden in een toch al kritieke situatie.
Om vochtverlies tegen te gaan is het van belang om lichamelijke inspanning (in ieder geval overdag) tot een minimum te beperken. Lichamelijke arbeid veroorzaakt vochtverlies door zweten. Het is daarom beter om rust te houden.
Men kan het beste de hitte ontvluchten door zich aan te passen aan de hitte van de woestijn. Overdag betekent dit: de schaduw opzoeken door te schuilen voor de zon (in grotten, onder rotsen, onder begroeiing of onder zelfgebouwde beschutting) en rust te houden. Men kan (indien nodig) beter ’s nachts tot actie overgaan in verband met de lagere temperatuur en daardoor minder vochtverlies.
De mens is niet bestand tegen veel zon: men is weinig behaard, de huid verbrandt snel. Daarom moet men alle lichaamsdelen tegen de zon bedekken: kleding, schoeisel, zonnebril, hoofddeksel.
Naast het feit, dat de zon uitdroging teweegbrengt kan door de zon de kerntemperatuur stijgen waardoor het lichaam niet meer goed kan functioneren.
Uitdroging in de woestijn ontstaat niet alleen door bloot te staan aan de invloeden van zon. Ook het effect van de wind op uitdroging is groot. Wanneer de droge wind steeds langs de huid waait, onttrekt het zodoende vocht aan de huid en dus aan het lichaam. Het is daarom noodzakelijk om zich hiertegen te beschermen en lichaamsdelen te bedekken met kleding.
Kleding uittrekken is gevaarlijk: men wordt nog meer blootgesteld aan de hitte en aan de wind op de blote huid.
Nog enkele algemene aandachtspunten:
- Het verzamelen én behouden van water is gezien het gevaar voor uitdroging belangrijk. In het geval dat het zou regenen moet men zoveel mogelijk materiaal uitspreiden om daarmee water op te vangen en middelen verzinnen om het opgevangen water in te verzamelen.
- Mogelijke waterbronnen of aanwijzingen voor aanwezigheid van water: mijnen, begroeiing, reflectie in het landschap, horizontale rotspartijen (evt. vergaarbekken van water), concentraties vogels.
- Het hebben van voedsel in de woestijn heeft geen prioriteit: het lichaam kan enkele dagen zonder voedsel, het gaat dan eerst de energiereserves in het lichaam aanspreken. Het eten van planten is gevaarlijk in verband met de aanwezigheid van mogelijk giftige exemplaren. Door eventueel braken zou men nog meer vocht kunnen verliezen. De voedingswaarde van planten is trouwens nihil.
- Planten kunnen wel hun nut bewijzen bij het verkrijgen van water middels condensatie.
- Hoewel het overdag zeer warm is in de woestijn kan ’s nachts de temperatuur tot rond het vriespunt dalen.
Vanuit ervaringen die men heeft opgedaan met mensen die een noodsituatie in de woestijn hebben overleefd, zijn de volgende richtlijnen in volgorde van belangrijkheid geformuleerd die statistisch gezien de grootste kans bieden op overleving in de woestijn.
Juiste volgorde (Let op dat de deelnemers dit vooraf niet te zien krijgen!)
- Spiegeltje
Als communicatiemiddel; Het geeft in de woestijn meer licht dan 7 miljoen kaarsen. Het is te zien tot ver voorbij de horizon. Er is 80% kans dat je binnen 24 uur gevonden wordt.
- Overjas
Deze vertraagt het uitdrogen door te voorkomen dat de droge lucht langs de huid kan stromen (een dag extra speling door een overjas).
- 1 liter water per persoon
Extra water heb je de derde dag pas nodig. Drink water om “bij te blijven” zodat je rationeel kunt blijven reageren. Drink pas water wanneer je dorst hebt.
- Zaklamp
Communicatiemiddel voor de nacht.
- Rood/witte parachute
Voor het maken van een tent. In de schaduw is het 20% minder warm.
- Mes
Kan gebruikt worden om een cactus open te snijden voor het sap.
- Plastic regenjas
Water verzamelen door middel van condensatie (plas/cactus). Het werk kost meer vochtverlies dan dat het vocht oplevert.
- Pistool
Communicatiemiddel: om geluidssignalen te geven.
- Zonnebril
Comfortabel bij “zon blindheid”.
- EHBO + bandages
Eventueel te gebruiken als lichaamsbescherming tegen de zon.
- Kompas
Alleen nuttig als oriëntatiemiddel.
- Landkaart van de regio waar het vliegtuig neergestort is
Nuttig als oriëntatiemiddel.
- Boek: “Eetbare dieren in de woestijn”
Het hebben van voedsel is niet het grootste probleem en heeft daarom geen prioriteit.
- 2 liter wodka
Kost meer vochtverlies dan dat het vocht oplevert.
- Doos met 1000 zouttabletten
Kost relatief het meeste vochtverlies dan dat het vocht oplevert.
nog toevoegen: 1 afbeelding
ELEKTRIC FENCE
Uitgangssituatie:
Door de ruimte wordt op heuphoogte een elektriciteitsdraad (elastiek gespannen) gespannen.
De opdracht:
Het hele team staat hand in hand en moet van kant A, over het elektriciteitsdraad naar kant B.
Voorwaarden:
- Iedere persoon die de draad raakt moet terug naar het startpunt.
- Handen mogen niet worden losgelaten, deelnemers kunnen dus niet wisselen van plaats
- De beslissingen van de instructeur omtrent veiligheid zijn bindend.
De teamleden mogen:
- Niet onder het elektriciteitsdraad door naar de andere kant.
- Alleen gebruik maken van het team.
- De muren niet als steun gebruiken of om eventuele staanders heen lopen.
- Het elektriciteitsdraad niet aanraken, ook niet een klein beetje.
- Niet springen, duiken, of elkaar in gevaar brengen.
Materialen: Dikke elastieken draad
Tijdsduur: Uitvoering, 15 minuten
Instructeursopmerkingen: Geef duidelijk aan wanneer iets niet veilig is.
Nog toevoegen: 1 afbeelding
OUT OF THE BOX OPDRACHTEN:
Trustfall:
Uitgangssituatie: Een verhoging van1,5 meter waarop iemand veilig kan staan.
De opdracht:
Leer elkaar vertrouwen en geef vertrouwen aan je teamleden. Het teamlid klimt op de verhoging(eventueel met behulp van de rest van het team) en laat zich achterover in de handen van het team vallen.
Voorwaarden:
- De vangers houden elkaars handen/ polsen gekruist vast en laten deze nooit los.
- De “valler” moet zijn handen op zijn borst houden.
- De “valler” mag alleen recht achterover vallen, niet door de knieën zakken of gaan zitten.
- Niet springen, jullie mogen elkaar niet in gevaar brengen.
- Er zijn minimaal 8 vangers nodig.
Tijdsduur: 3 minuten Uitleg / 12 minuten Uitvoering
BLINDEMAN PARCOURS
Voorbereiding:
Bedenk/maak, vooraf, een parcours waar de deelnemers straks de opdracht moeten uitvoeren. Neem hier ook obstakels in mee zoals opstapjes en/of ergens onderdoor moeten (bukken bijv.)
Uitgangssituatie:
Een touw van 20 meter lang, met 8 lintjes eraan, ligt klaar. Laat het team 1 coach kiezen. Alle teamleden, behalve de coach, bindt zich in aan een lintje en doet een blindeerbril op.
De opdracht:
Volg, met het gehele team, zo snel mogelijk het aangegeven hindernisparcours. De coach leidt het team langs alle obstakels.
Voorwaarden:
- Het parcours mag niet vooraf verkend worden (oefenen mag ook niet)
- De coach mag het team alleen verbaal aanwijzingen geven en mag niemand aanraken.
- Teamleden mogen elkaar niet aanraken.
- Teamleden mogen het touw niet vast houden en zichzelf niet uitbinden.
- Teamleden mogen niet om zich heen voelen/tasten.
- Teamleden blijven geblindeerd gedurende de hele opdracht.
- De hindernissen mogen niet onderweg aangepast worden.
- Veiligheid voorop, men mag elkaar niet in gevaarlijke situaties brengen.
Tijdsduur: 10 minuten uitleg / 15 minuten uitvoering