Inleiding
Het gaat er bij het klimmen in de Teamtower niet om dat iedereen perse tot de top moet klimmen; de toren is zo gemaakt, dat er verschillende opdrachten en uitdagingen te vinden zijn. Het gaat erom dat iedereen op zijn niveau zijn grenzen probeert te verleggen, die grens ligt voor iedereen ergens anders. Vertrouwen in het materiaal en de zekeraars is heel belangrijk. Verder zijn er een aantal opdrachten in de toren verwerkt waar samenwerken centraal staat. Probeer de wijze waarop de opdrachten worden aangeboden, zoveel mogelijk op de behoefte en het niveau van de groep af te stemmen. Differentieer waar mogelijk. Klettersteigen helemaal tot boven alleen aanbieden als mensen dat aan kunnen!
Wat kan er in de toren:
- Klimmen op verschillende routes
- Tokkelen vanuit de diamant
- Klettersteigen tot boven
- Klettersteigen door parcours
- Abseilend naar beneden
- Top-as naar beneden
- Trapeze sprong
- V-Balance
- Touwladder

Materiaal
Alle activiteiten:
- helm
- heupgordel / alleen bij trapeze sprong moet een integraalgordel worden gebruikt
Klimmen, Vbalance, Trapezesprong, Touwladder:
- dynamisch klimtouw
- grigri+
- carabineres
Abseilen:
- statisch touw in touwzak
- ID
- carabiners
- lifeline voor instructeur
- klettersteigset per persoon
Tokkelen:
- remtouw
- remhandschoenen
- lifeline voor deelnemer
- lifeline voor instructeur
- lifeline voor op de tokkelbaan
- carabiners
- klettersteigset per persoon
Klettersteigen
- Klettersteigset per persoon
Top-as, evt Touwladder:
- klettersteigset per persoon
- swivel voor aan topas
- lifeline voor instructeur
Organistatie vooraf
Voorbereiding
- Materialen klaarleggen op de “kapstok”
- Beschermkappen weghalen en opbergen in de kist (draag bescherming: handschoenen, veiligheidsbril)
- Touwen inhangen
- Touwladder naar beneden laten zakken (instructeur hierbij gezekerd)
Bevestiging van het touw
Bij de Teamtower hangen al dunne touwtjes over de zekeringsbalk. Zo’n touwtje kan met twee mastworpen aan het klimtouw worden geknoopt en vervolgens kan het klimtouw in de route worden gehesen. Het opruimen van het klimtouw gebeurt op dezelfde manier, zodat de touwtjes daarna weer klaarhangen voor de volgende keer. Indien de touwtjes verdwenen zijn, moet de instructeur gezekerd aan de klettersteigkabel omhoog klimmen om de touwen op te hangen. Hang afhankelijk van de groepsgrootte 4 of 5 touwen op.
Veiligheid
- Controleer of iedereen goed schoeisel aan heeft.
- Zorg dat mensen met lang haar hun haar in een staart of vlecht hebben.
- Zowel de klimmer als de zekeraar en de back-up zekeraar dienen tijdens het klimmen een helm te dragen.
- Blijf gedurende het klimmen steeds de gordels controleren (het kan zijn dat iemand die tussendoor heeft uit- en aangetrokken). Controleer ook of de karabiners goed aan de aanbindlus van de gordel bevestigd zijn. Check steeds weer de klimmer en de zekeraar wanneer opnieuw geklommen gaat worden.
- Het zekeren gebeurt door twee personen! De zekeraar haalt steeds het touw in, de back-up zekeraar houdt ook het touw ongeveer 1 ½ meter achter de zekeraar vast.
- Let op dat de touwen elkaar niet kruizen en nergens achter blijven haken.
- Let op dat er geen kruisverkeer ontstaat, dat kan bv. als je toprope klimmen en klettersteigen tegelijk aanbiedt, kies logische routes.
- Let op de klimvaardigheid indien je klettersteigen tot boven aanbiedt.
Instructie aan deelnemers – klimmen
Instructie zekeren
Zekeren is de activiteit waarbij degene die beneden staat, steeds zorgt dat het klimtouw met elke stap die de klimmer maakt, aangetrokken wordt. Hierdoor wordt ervoor gezorgd dat bij een eventuele val de klimmer slechts een minimale afstand naar beneden zakt. Het touw mag niet te slap hangen maar moet ook zeker niet heel strak aangetrokken worden. De klimmer wordt hierdoor enigszins opgetild en mist vervolgens de nodige grip met de voeten. Tevens wordt hij wat in de bewegingsvrijheid belemmerd. Laat ook de klimmer niet omhoog hijsen bij gebrek aan kracht of techniek. Wanneer het touw niet strak genoeg wordt aangetrokken dan glijdt de klimmer bij een eventuele val veel verder naar beneden dan nodig. Zorg dat het touw op de goede plek gehangen wordt voordat de klimmer start.
Het is belangrijk dat de zekeraar op zodanige manier te werk gaat, dat de klimmer er vertrouwen in heeft en naar boven durft. De zekeraar en de klimmer moeten met elkaar communiceren over het zekeren:
- De zekeraar moet zorgen dat het touw meebeweegt met de klimmer, dit kan d.m.v. het zgn. “zagen” de klimmer moet hierbij ook een beetje meehelpen. Laat zien hoe dit werkt in de uitleg.
- Het touw blijft soms achter een paal of greep hangen, dit kan gevaarlijke pendelsituaties veroorzaken: op aanwijzingen van de zekeraar kan de klimmer het touw even lostrekken alvorens verder te klimmen.
- De zekeraar kan de klimmer coachen over de route die hij het beste kan volgen, bv. linksom of rechtsom een paal, dit i.v.m. het touwverloop.
- Soms is het handig als de klimmer iets losser gezekerd wordt, en soms is het fijn als de klimmer strak gezekerd wordt. De zekeraar moet goed anticiperen op wat er verlangd wordt en de klimmer kan dit ook zelf aangeven.
- Het is aan te raden om de klimmer in het begin maar een klein stukje omhoog te laten klimmen (tot de eerste dwarsbalken) en dan alweer naar beneden gelaten wordt; zowel de klimmer als de zekeraar kunnen dan het laten zakken even oefenen (sommige klimmers vinden het de eerste keer nogal spannend om in het touw te gaan hangen, zeker als er een pendelsituatie is)
Zekeren met de grigri+, zie uitleg bij het hoofdstuk Klimmen.
Instructie klimmen
Bij het klimmen zelf zijn een aantal aandachtspunten:
- Men moet altijd proberen om “vanuit de benen” te klimmen. Men komt hoger door steeds goed de benen te strekken, hierop af te duwen en níet door zichzelf aan de armen op te trekken. Wanneer de voeten goed belast worden, is er meer wrijving waardoor men beter blijft staan. De handen worden gebruikt om het lichaam bij de toren te houden.
- Het lichaamszwaartepunt (de heupen) moet steeds dicht bij de toren gehouden worden. Hoe verder het lichaam weg is van de toren, hoe zwaarder het voor de armen wordt. Tevens moet het gewicht steeds boven de steunpunten blijven i.v.m. het evenwicht.
- Dan kennen we nog een “driepuntsregel”. Er zijn steeds drie vaste punten bv. twee voeten en een hand. De “vrije” hand zoekt een nieuwe greep. Wanneer er slechts twee vaste punten zijn dan is het evenwicht snel verloren.
- Geef eventueel aan hoe de klimmer op het plateau kan komen en hoe er weer af.
Opbouw klimmen
Aangezien er klimroutes met verschillende moeilijkheidsgraden zijn, kan men proberen een steeds moeilijker route te klimmen.
- Toprope klimmen: verschillende routes omhoog via de schuine en rechte (kan nu niet) poten, eerst maar een klein stukje omhoog, uiteindelijk tot op het bovenste platform. Een van de palen heeft nietjes als grepen, deze is een stuk makkelijker
- Toprope klimmen tot aan de trapeze paal en dan:
- springen naar de trapeze (integraalgordel dragen hierbij) (kan nu niet zitten geen grepen)
- klimmen in het dak (kan nu niet zitten geen grepen)
- Toprope klimmen in tweetallen: de V-Balance
- De balance beam kan ook door 1 persoon worden gedaan, vooral geschikt voor kinderen!! (via de middelste paal erin klimmen, over 1 balance beam lopen en springen)
- Klimmen via de ladder, met gebruik van de topas.
Instructie deelnemers – klettersteig
Instructie zekeren met klettersteigset
Aan de aanbindlus wordt de klettersteigset bevestigd. Het haakje van het uiteinde van de klettersteigset wordt aan de materiaallus aan de linkerkant bevestigd. Beide karabiners van de klettersteigset worden tegengesteld aan het eerste stuk kabel vastgemaakt. De karabiners glijden over de kabel mee tijdens het klimmen. Bij een verankeringspunt aangekomen, moet men eerst de ene en daarna de ander karabiner naar de volgende kabel omklikken. Men moet steeds met twee karabiners aan de kabel vastzitten, behalve als men omklikt, dan zit men even aan één karabiner!
Op deze manier voorkom je dat de deelnemer een moment ongezekerd in de toren staat. Op deze wijze klimt men het hele traject gezekerd omhoog. Voor de veiligheid: er mag steeds maar één deelnemer aan een stuk kabel tussen twee verankeringspunten zekeren. De deelnemers moeten dus afstand van elkaar houden, zodat ze elkaar niet van de toren gooien als er iemand een stukje naar beneden valt, of elkaar storen bij het klimmen. Verder moeten de deelnemers rustig klimmen zodat ze zich kunnen concentreren op het tijdig omklikken van de karabiners. Het is de bedoeling dat de kabel alleen gebruikt wordt om zich aan te zekeren en niet als klimhulp.
Opbouw klettersteigroutes
Bij het klettersteigen moet vooral naar het klimniveau en het zelfstandig handelen van de deelnemers gekeken worden: niet iedereen is capabel om de klettersteigroute helemaal naar boven veilig af te leggen..
DOE ALTIJD VOORAF HET OEFENPARCOURS AAN DE ZIJKANT VAN PAVILJOEN.
- Low ropes: in de route via een schuine paal, dan keuze uit net, kruis of indianenbrug. Daarna via de middelste paal weer naar beneden. De instructeur staat op de grond of in de diamant en houdt overzicht:
- werkt iedereen veilig
- niet teveel mensen op 1 activiteit
- Klettersteigen via een schuine paal omhoog tot aan de diamant en via een andere schuine paal weer naar beneden. (niet in het overhangende deel laten klimmen!)
- Klettersteigen via een schuine paal omhoog tot aan de diamant en via de tokkelbaan weer naar beneden. (niet in het overhangende deel laten klimmen!)
- Klettersteig via de zwarte route (via het overhangende deel) tot op het hoge platform en dan naar beneden via:
- abseilen (zie hoofdstuk abseilen uit instructeursboek)
- topas systeem.
Klettersteigen helemaal naar boven alleen voor deelnemers die daartoe capabel zijn, via de nietjes route is dat een stuk laagdrempeliger.
Indien er deelnemers zijn die halverwege niet meer verder durven of vallen en in de klettersteigset komen te hangen, kan dit vervelende en potentiaal gevaarlijke situaties opleveren. Daarom mag dit alleen begeleidt worden door instructeurs die kennis hebben van de speciale evacuatie methoden voor deze Teamtower.
Indien voor deze vorm gekozen wordt, zijn er altijd 2 instructeurs nodig; 1 instructeur die vanaf de grond toezicht houdt, en 1 instructeur op het platform die het afdalen via abseilen of het topas-systeem regelt (gebruik van portofoons is hierbij handig)
Let op!! De deelnemer moet boven op het platform altijd gezekerd zijn aan de klettersteigkabel. Verwar deze kabel niet met de bliksemafleiderkabel!!!
Tokkelen vanuit de toren
Ga als remmer staan ter hoogte van het paaltje die hier speciaal voor geplaatst is. Het overige remtouw ligt achter de remmer(zie foto)
Nadat de deelnemer is afgeremd moet deze gaan staan op de bok om zich te kunnen uitbinden, laat hier een andere deelnemer bij helpen.
BELANGRIJK: zet de weg af met pionnen zodat er geen auto’s tegemoet rijden.


Trapezesprong vanuit de toren
Boven in de Teamtower is ook een trapezesprong. De deelnemers moeten een integraalgordel aan en worden met een klimtouw gezekerd aan het aanbindpunt op de rug. Het is belangrijk om de deelnemer te zekeren met een klimtouw wat zich aan de zijde van de toren bevindt, waar de trapezestok is bevestigd. De zekeraar mag de klimmer via de gordel zekeren, net als bij het normale klimmen in de toren. let erop dat het gewichtsverschil tussen zekeraar en klimmer niet te groot is en dat de zekeraar niet te ver naar achteren staat. Het springen en laten zakken is gelijk aan bij de trapezesprong in Adventure Hill.
Abseilen vanuit de toren
Zie voor het abseilen hoofdstuk abseilen in manuals.
LET OP ER KAN NIET TEGELIJK GEABSEILD EN GETOKKELD WORRDEN!! omdat het abseiltouw tegen te tokkelbaan aan komt.

Redding uit de toren
Als iemand moeilijkheden heeft, probeer je eerst deze persoon te helpen d.m.v. aanwijzingen te geven. Eventueel kun je hulp vragen aan de persoon die zich er achter of er voor bevindt. Als dit niet lukt, gaat een instructeur omhoog om te helpen. Dit kan inhouden dat je iemand die uit de toren is gevallen weer in de toren helpt. Het kan ook zijn dat iemand er vroegtijdig uit wil door bijvoorbeeld teveel angst.
De gemakkelijkste manier om iemand te redden is toprope gezekerd erheen klimmen en een extra toprope meenemen, die je dan aan de persoon klikt. De klettersteigset kan dan losgeklikt worden en de zekeraar kan die persoon laten zakken. Er zijn dan dus twee zekeraars nodig, één voor de instructeur en één voor de deelnemer die gered wordt.
Indien iemand in een overhangsituatie hangt of bewusteloos is, kan dit niet zo gemakkelijk en moet je iemand redden met de rescueset. Ga gezekerd aan de klettersteig kabel naar de deelnemer toe en neem de rescue rugzak mee. Hierin zitten een EHBO set, een abseiltouw met dubbele achtknoop en karabiner, een ID met takel en extra bandschlinges met karabiners. Zorg eerst dat je jezelf goed vastzet. Je bevestigt om een paal of de staalkabel een bandschlinge (deze kun je ook verkorten). Hieraan bevestig je de karabiner en de ID, en je doet het touw op de goede manier in de ID (let op het tekeningetje op de ID). Je maakt het uiteinde van het touw waar al een achtknoop in zit met een karabiner vast aan de aanbindlus van de deelnemer. Als de deelnemer bij bewustzijn is en zich in een positie bevindt waarin dit mogelijk is, kan hij nu zijn klettersteigkarabiners losmaken.
Als dit niet het geval is, zul je waarschijnlijk de deelnemer een stukje op moeten hijsen om de klettersteigset los te kunnen maken, dit doe met het takelsysteem te maken. Als je de deelnemer een stukje omhoog hebt gehesen, kun je de klettersteigset losmaken, de deelnemer hangt nu aan het reddingstouw. Ontlast de takel, daarna laat je de deelnemer rustig naar beneden zakken, tot op de grond. Het naar beneden laten zakken van de deelnemer moet heel rustig en gecontroleerd gebeuren. Als dit niet gebeurt zal de ID vastslaan en moet je de hendel eerst weer omzetten voordat je de deelnemer verder naar beneden kunt laten zakken. Daarna klim je zelf weer rustig terug.